Bellaretta Pinot Grigio 2024
Pinot Grigio – groot in oppervlak, vriendelijk in het glas
Licht goudgeel van kleur – alsof de zon zich even in het glas uitstrekt. De geur doet vrolijk: perzik, peer, wat tropisch fruit, en achteraf een klein boeketje bloemen.
In de mond netjes. Fris en soepel, met een rond mondgevoel dat je niet altijd bij Pinot Grigio aantreft. Geen vuurwerk, maar wel precies wat je zoekt als je gewoon zin hebt in een goed glas. Vol genoeg om bij te eten, fris genoeg om los te drinken. En dat allemaal zonder gedoe.
Afkomstig van Cantina Tollo – geen boertje met een kruiwagen, maar een serieuze coöperatie met zo’n 4000 hectare aan wijngaarden. Groot dus, maar wel met oog voor detail. De druiven kregen eerst een koude schilweking, werden zachtjes geperst, vergist op lage temperatuur en vervolgens drie maanden opgevoed in roestvrij staal. Zo houd je het fruit fris en de wijn strak.
Een allemansvriend dus. Voor bij het eten, vóór het eten, of gewoon omdat je dorst hebt. En dat alles zonder een deuk in je portemonnee.
schrijft 24-04-2025 voor de Volkskrant over eten en wijn en geeft m een 9-:
Die dekselse pinot gris toch. De druif is een spontane mutant van de pinot noir en dook al eeuwen geleden op in Zuid-Duitsland en de Bourgogne. De oudere generatie associeert hem misschien nog vooral met de wijnen uit de Elzas, breed en vol, rijk geparfumeerd, beetje zoet soms. Maar er komt tegenwoordig veel en veel meer uit Italië; het is niet aan te slepen.
De Veneto, Friuli Venezia Giulia en Trentino hebben samen meer dan 20 duizend hectare pinot grigio en klotsen zo de helft van de wereldproductie bij elkaar. Heel veel daarvan stelt niets voor. Schraal, kaal, hoegenaamd geen geur, supermarktwijn in de ouderwetse zin, afrekenen en niet zeuren.
Nee, dan wij! Wij koersen naar het zuidoosten, langs de Adriatische kustlijn, naar Cantina Tollo in de Abruzzen, waar men de druiven verzamelt van honderden boeren om er levensvreugdbrengende wijn van te brouwen. Pinot grigio van de opgewekte, opwekkende soort, geurend naar rode appeltjes en geelroze perziken, bescheiden in alcohol en toch met een beetje beet, sappig en vriendelijk. Asperges, jazeker, die passen erbij, net als allerlei ander groentewerk. Primavera in Italia!

Pinot Grigio – groot in oppervlak, vriendelijk in het glas
Licht goudgeel van kleur – alsof de zon zich even in het glas uitstrekt. De geur doet vrolijk: perzik, peer, wat tropisch fruit, en achteraf een klein boeketje bloemen.
In de mond netjes. Fris en soepel, met een rond mondgevoel dat je niet altijd bij Pinot Grigio aantreft. Geen vuurwerk, maar wel precies wat je zoekt als je gewoon zin hebt in een goed glas. Vol genoeg om bij te eten, fris genoeg om los te drinken. En dat allemaal zonder gedoe.
Afkomstig van Cantina Tollo – geen boertje met een kruiwagen, maar een serieuze coöperatie met zo’n 4000 hectare aan wijngaarden. Groot dus, maar wel met oog voor detail. De druiven kregen eerst een koude schilweking, werden zachtjes geperst, vergist op lage temperatuur en vervolgens drie maanden opgevoed in roestvrij staal. Zo houd je het fruit fris en de wijn strak.
Een allemansvriend dus. Voor bij het eten, vóór het eten, of gewoon omdat je dorst hebt. En dat alles zonder een deuk in je portemonnee.
schrijft 24-04-2025 voor de Volkskrant over eten en wijn en geeft m een 9-:
Die dekselse pinot gris toch. De druif is een spontane mutant van de pinot noir en dook al eeuwen geleden op in Zuid-Duitsland en de Bourgogne. De oudere generatie associeert hem misschien nog vooral met de wijnen uit de Elzas, breed en vol, rijk geparfumeerd, beetje zoet soms. Maar er komt tegenwoordig veel en veel meer uit Italië; het is niet aan te slepen.
De Veneto, Friuli Venezia Giulia en Trentino hebben samen meer dan 20 duizend hectare pinot grigio en klotsen zo de helft van de wereldproductie bij elkaar. Heel veel daarvan stelt niets voor. Schraal, kaal, hoegenaamd geen geur, supermarktwijn in de ouderwetse zin, afrekenen en niet zeuren.
Nee, dan wij! Wij koersen naar het zuidoosten, langs de Adriatische kustlijn, naar Cantina Tollo in de Abruzzen, waar men de druiven verzamelt van honderden boeren om er levensvreugdbrengende wijn van te brouwen. Pinot grigio van de opgewekte, opwekkende soort, geurend naar rode appeltjes en geelroze perziken, bescheiden in alcohol en toch met een beetje beet, sappig en vriendelijk. Asperges, jazeker, die passen erbij, net als allerlei ander groentewerk. Primavera in Italia!
Pinot Grigio – groot in oppervlak, vriendelijk in het glas
Licht goudgeel van kleur – alsof de zon zich even in het glas uitstrekt. De geur doet vrolijk: perzik, peer, wat tropisch fruit, en achteraf een klein boeketje bloemen.
In de mond netjes. Fris en soepel, met een rond mondgevoel dat je niet altijd bij Pinot Grigio aantreft. Geen vuurwerk, maar wel precies wat je zoekt als je gewoon zin hebt in een goed glas. Vol genoeg om bij te eten, fris genoeg om los te drinken. En dat allemaal zonder gedoe.
Afkomstig van Cantina Tollo – geen boertje met een kruiwagen, maar een serieuze coöperatie met zo’n 4000 hectare aan wijngaarden. Groot dus, maar wel met oog voor detail. De druiven kregen eerst een koude schilweking, werden zachtjes geperst, vergist op lage temperatuur en vervolgens drie maanden opgevoed in roestvrij staal. Zo houd je het fruit fris en de wijn strak.
Een allemansvriend dus. Voor bij het eten, vóór het eten, of gewoon omdat je dorst hebt. En dat alles zonder een deuk in je portemonnee.
schrijft 24-04-2025 voor de Volkskrant over eten en wijn en geeft m een 9-:
Die dekselse pinot gris toch. De druif is een spontane mutant van de pinot noir en dook al eeuwen geleden op in Zuid-Duitsland en de Bourgogne. De oudere generatie associeert hem misschien nog vooral met de wijnen uit de Elzas, breed en vol, rijk geparfumeerd, beetje zoet soms. Maar er komt tegenwoordig veel en veel meer uit Italië; het is niet aan te slepen.
De Veneto, Friuli Venezia Giulia en Trentino hebben samen meer dan 20 duizend hectare pinot grigio en klotsen zo de helft van de wereldproductie bij elkaar. Heel veel daarvan stelt niets voor. Schraal, kaal, hoegenaamd geen geur, supermarktwijn in de ouderwetse zin, afrekenen en niet zeuren.
Nee, dan wij! Wij koersen naar het zuidoosten, langs de Adriatische kustlijn, naar Cantina Tollo in de Abruzzen, waar men de druiven verzamelt van honderden boeren om er levensvreugdbrengende wijn van te brouwen. Pinot grigio van de opgewekte, opwekkende soort, geurend naar rode appeltjes en geelroze perziken, bescheiden in alcohol en toch met een beetje beet, sappig en vriendelijk. Asperges, jazeker, die passen erbij, net als allerlei ander groentewerk. Primavera in Italia!